Als Robert Walter, geliefd burgemeester van Amsterdam, op een nieuwjaarsreceptie zijn vrouw lachend haar hoofd in haar nek ziet gooien tijdens een onderonsje met een van zijn wethouders, vermoedt hij meteen het ergste. Het ziet er toch duidelijk naar uit dat Sylvia, met wie hij al jaren gelukkig getrouwd is, vreemdgaat. Niet veel later staat zijn vierennegentigjarige vader op de stoep van het stadhuis; hij wil Robert dringend spreken. Hij en zijn vrouw willen samen uit het leven stappen. Ze willen hun zoon niet opschepen met hun aftakeling, dus waarom het leven niet op het juiste moment beëindigen?